Ik kijk naar het beeldscherm. Er staat een woord. Het is
weer weg. En het is er weer.
Naast de muis staat een gebakje, want mijn moeder is jarig.
Dat is ze altijd op 25 augustus. Bob Marley zingt over een Buffalo soldier. En
dat hij uit Afrika gestolen is. En ook nog o-o-o-o-o-o-o. Ik weet niet wat hij
daarmee bedoelt. Waarschijnlijk dat hij zwart is. Dat heeft hij alvast niet
mis. Het is sneu voor het taartje, maar ik eet hem niet op. Ik ben namelijk net
3 kg
afgevallen (astronomische hoeveelheid voor mijn doen), en dat wil ik niet
verpesten door middel van één matig smakend, een foto van mijn moeders’
breedlachende, half Bourgondisch een glas rosé ophoudende tronie behelzend
taartje (vervelende zin hè, tot u dienst). Ik bedenk me net dat ik ‘godvruchtig’
wel een leuk woord vindt. Zojuist werd ik nog blij van ‘geselkat’, en gister
wilde nog wel warm lopen voor ‘koekeloeren’. Ach, laat mij maar,
hier zitten,
taartje laten staan.
En naar het beeldscherm staren, waarop inmiddels allang veel
meer staat dan één woord.
1 opmerking:
Wa'n löc blog heb jij, zeg.
Een reactie posten