U luistert niet naar lichamelijke signalen. U oordeelt te
snel. U straft baby’s af op hun uiterlijk. U laat uw koffie afkoelen. U bent niet
loyaal aan één merk. U eet te snel. U praat te veel. U besteedt uw vrije dagen niet nuttig. U verbrandt vaak maar heeft toch een vitamine D-tekort.
Dat u voor 70 procent uit water bestaat gebruikt u als excuus. U vergeet altijd
uw paraplu.
U gebruikt alcoholische dranken als een slaapmiddel. U maakt
kwijlvlekken op uw satijnen bank. U bent
de definitie van een slechte slaaphygiëne en flost uw tanden enkel voor een
tandartsbezoek. U verwaarloost uw organen: u toiletgedrag veroorzaakt blaasontsteking. U doet niet meteen een nieuwe zak in de pedaalemmer. U meet met twee maten. U heeft geen zicht op uw financiën. U denkt
niet aan later.
U bent sceptisch over alles maar bezit toch genezende
kristallen. U accepteert de cookies, vertrouwt in musea blindelings op de audiotour.
U heeft geen open houding. U bevraagt de status quo niet genoeg. U bent kritisch
als het u uitkomt. U vermomt een gebrek aan sociale vaardigheden met introversie. Uw arbeidsethos laat te wensen over. U heeft geen ergonomische houding. U heeft
kruimels tussen de toetsen.
U heeft weinig interesse voor de wonderen van de natuur. U
heeft het noorderlicht nooit gezien. Kleine dingen slaan u uit het veld. U vindt sneeuw maar één dag leuk. U doet beloftes die u niet nakomt. U heeft
een onvoorspelbare communicatiestijl. U gaat de deur uit zonder u eerst te
verdiepen in het weer. U investeerde in een regenjas maar u draagt hem bijna
nooit.
U haalt nieuwsbrieven niet uit uw spambox. U laat uw bikinilijn
verslonzen. U bent niet op de hoogte van de nieuwste trends op het gebied van
persoonlijke verzorging. U bent zelden of nooit besluitvaardig. U heeft meestal of altijd het
gevoel dat dingen u veel moeite kosten. U heeft geen lijstje gemaakt van dagelijkse taken. U heeft bloemen gekocht en ze niet schuin afgesneden, omdat u
daar te lui voor was. U heeft onverschillig gereageerd toen iemand u
waarschuwde voor overgewicht.
U heeft gelogen dat u Proust las. U heeft achter onhebbelijke standpunten gestaan. U heeft op een feestje Mao Ze Dong verdedigd. U
heeft onder het dansen veel ruimte ingenomen. U heeft gezweet, u heeft
gestonken uit al uw gaten. U heeft geen rekening gehouden met uw aanblik. U
heeft een muizenalarm aangeschaft, hoewel u weet dat die niet werken. U heeft
gegoogeld of God bestaat. U heeft geen enkel artikel uitgelezen. U heeft de
verkeerde woorden onderstreept. U heeft uw onderbuik geschoren en daarmee en
nieuw probleem gecreëerd.
U reageert te snel op berichten. U heeft geen argumenten
voor uw gebrek aan geloof in een leven na de dood. U gelooft niet in morele
verhevenheid, u heeft de gevolgen van uw handelen niet overwogen. U heeft ideeën over de perfecte moord. U heeft een fascinatie voor gifmengers. U
houdt van de geur van aceton. U weet niets van klussen. Uw favoriete schrijver
had nazisympathieën. U zegt dat u van bomen houdt maar kunt de meeste soorten niet eens herkennen. U weet niet hoe u een moestuin
onderhoudt. De helft van uw boekenkast is ongelezen.
U wast zelden uw rug met zeep. U heeft uw nagels al drie weken niet geknipt. U heeft alleen een winterdekbed. U heeft niet om het bonnetje gevraagd. U draagt kleurencombinaties die vloeken. U bent geen vermakelijk gezelschap voor uw kapper geweest. U bent doof geweest voor andermans oordeel. U heeft gevloekt
toen er niemand bij was. U heeft geloofd dat niets
heilig was.